Economische analyse EBA ondersteunt uitspraak Raad van State over rondvaartbotenbeleid Amsterdam

Geplaatst door Economisch Bureau Amsterdam op

EBA-onderzoek naar vergunningenstelsel

Het Economisch Bureau Amsterdam (EBA) heeft, op verzoek van een groep rederijen, een analyse uitgevoerd naar het vergunningenstelsel voor niet-toeristisch groepsvervoer in Amsterdam. De Raad van State heeft in zijn recente uitspraak geconcludeerd dat de gemeente Amsterdam onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hospitality-vaartuigen, salonboten en historische vaartuigen onder hetzelfde volumebeleid vallen als andere vaartuigen. De bevindingen van EBA speelden hierbij een belangrijke rol, aangezien uit hun analyse bleek dat het niet-toeristisch groepsvervoer geen significante bijdrage leveren aan de drukte op het water.

Volumebeleid gemeente onvoldoende onderbouwd

EBA werd gevraagd om de economische gevolgen van het gemeentelijke volumebeleid te onderzoeken. De analyse toonde aan dat de gemeente niet voldoende bewijs had geleverd dat het beperken van het aantal vergunningen daadwerkelijk bijdraagt aan het verminderen van de overlast voor bewoners. De bevindingen van EBA benadrukken dat het volumebeleid onvoldoende was onderbouwd om de beoogde doelen te rechtvaardigen.

Uitspraak van de Raad van State

In totaal gingen 51 rederijen in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak uit 2022, die de gemeente in het gelijk stelde. In 27 van deze zaken heeft de Raad van State nu uitspraak gedaan, met als conclusie dat de gemeente haar beleid niet voldoende heeft gemotiveerd en dat de aflopende vergunningen oneerlijk waren verdeeld.

Gevolgen voor het beleid

Met deze uitspraak moet de gemeente haar rondvaartbotenbeleid herzien en beter onderbouwen. Het doel is om een eerlijker en transparanter vergunningsbeleid te ontwikkelen dat zowel economisch onderbouwd is als voldoet aan de juridische normen.