Protocollen Aruba-Nederland leveren belangrijke bijdrage aan verbetering overheidsfinanciën

Geplaatst door Economisch Bureau Amsterdam op

In mei 2015 maakten Aruba en Nederland afspraken over de invoering van toezicht op de openbare financiën van Aruba, waarna in datzelfde jaar de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) in werking trad en het College Aruba financieel toezicht (CAft) werd ingesteld. Sindsdien zijn middels Protocollen afspraken gemaakt over voortzetting van het financieel toezicht en over nieuwe, aangepaste normen voor de overheidsfinanciën van Aruba.

Economisch Bureau Amsterdam onderzocht de effectiviteit en de doelmatigheid van deze Protocollen en het financieel toezicht.

Sinds de invoering van het financieel toezicht kende de schuldquote van Aruba – met uitzondering van het eerste jaar van de coronacrisis – een dalende trend. Ook de personeelslasten van Aruba kenden een dalende trend. Aruba leefde de financiële normen uit de Protocollen na; wanneer werd afgeweken van de normen was dat met instemming van de Rijksministerraad.

Het financieel beheer van Aruba is niet op orde en zwak; waarmee een randvoorwaarde voor gezonde overheidsfinanciën niet is vervuld. Met de activiteiten die op dit terrein in het kader van het landspakket worden ondernomen, kan hierin alsnog worden voorzien.

Het financieel toezicht op Aruba heeft een bijdrage geleverd aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het land: zonder het financieel toezicht zouden de overheidsfinanciën zich ongunstiger hebben ontwikkeld en zouden hogere rentelasten ten koste zijn gegaan van andere productieve publieke uitgaven en investeringen. Wel kunnen de financiële normen procyclisch, en daarmee ongunstig, uitwerken op de sociaaleconomische ontwikkeling. Het financieel toezicht levert een belangrijke bijdrage aan transparantie met betrekking tot de overheidsfinanciën. Daardoor kunnen de Staten van Aruba het budgetrecht effectiever uitvoeren. Ook levert het een bijdrage aan het functioneren van de democratische instituties.

De afspraken over uitwerking invulling van inschrijving door Nederland op geldleningen van Aruba zijn niet gerealiseerd. Daardoor heeft Aruba geen rentevoordeel kunnen genieten. Was er wel lopend ingeschreven door Nederland op geldleningen van Aruba, dan had de schuldquote van Aruba 21 procentpunt lager kunnen zijn, wat een belangrijke bijdrage zou hebben geleverd aan houdbare overheidsfinanciën.

Verbeterpunten die kunnen bijdragen aan een hogere effectiviteit en doelmatigheid van het financieel toezicht op Aruba zijn:

  • Ontwikkelen van een toezichtregime en een normenkader dat voorziet in een optimale samenhang van een schuldanker voor de (middel)lange termijn, begrotingsnormen en uitgavennormen voor de korte termijn, en ruimte voor beleid gericht op sociaaleconomische ontwikkeling. Hierin dienen ook de huidige nominale normen herzien worden, zoals de nominale daling van de personeelslasten en de normen voor het financieringssaldo die een nominale schulddaling impliceren. Op de langere termijn kan de toepassing van nominale normen een negatieve uitwerking hebben op investeringen en noodzakelijke sociaaleconomische uitgaven.
  • Met prioriteit uitvoering geven aan de in het landspakket van Aruba gemaakte afspraken over verbetering van het financieel beheer.
  • Gezonde overheidsfinanciën en structurele gezonde sociaaleconomische ontwikkeling gaan hand in hand. Bij het ontwerp en de inzet van beleidsinstrumenten dient deze relatie expliciet te worden meegewogen.

Lees het hele rapport van Economisch Bureau Amsterdam over de Protocollen Aruba-Nederland hier.